Keten van overleving
Van eerste melding tot verdere overname van de ambulance verpleegkundigen. In de keten van overleving bij reanimatie is goede samenwerking van groot belang.
Direct 1-1-2 (laten) bellen
Bij een bewusteloos slachtoffer moet direct 1-1-2 worden gebeld, omdat een ambulance altijd nodig is. Soms kan reanimatie voorkomen worden door tijdig een hartprobleem te herkennen. Slachtoffers hebben bij hartklachten meestal pijn op de borst, vaak uitstralend naar arm, kaak of rug. Deze pijn duurt ook in rust langer dan 5 minuten. Soms transpireren ze hevig en zijn misselijk. Alarmeer in zulke situaties ook direct 1-1-2.
Direct reanimeren
Bij een circulatiestilstand vergroot de overlevingskans van een slachtoffer als direct met borstcompressies en beademing wordt gestart.
Vroeg defibrilleren
In de meeste gevallen van een circulatiestilstand pompt het hart niet meer effectief door een ernstige verstoring van het hartritme, het ‘kamerfibrilleren’. Het gevolg is dat het bloed niet langer door het lichaam circuleert (circulatiestilstand). Dan is de enige doeltreffende therapie het toedienen van een elektrische schok (defibrilleren). Als dit binnen enkele minuten na het ontstaan van de circulatiestilstand gebeurt, is de overlevingskans groot (meer dan 50%).
De kans op succes bij defibrilleren daalt met bijna 10% bij elke minuut vertraging.
Je moet er alles aan doen om de defibrillatie zo snel mogelijk te laten plaatsvinden. Daarvoor onderbreek je de borstcompressies zo kort mogelijk. De AED maakt vroeg defibrilleren mogelijk.
Vroege specialistische reanimatie
Ambulancezorgverleners zetten de reanimatie voort. Zij kunnen meer gespecialiseerde technieken toepassen en medicatie toedienen om het herstel te bevorderen. In het ziekenhuis wordt deze voortgezet.